Een geluk dat de vogelgriep in het land is, men zou wellicht dit voor waar aannemen. nvdr
Wachtlijst voor sociale woningen daalt, maar “achter dat rookgordijn schuilt een pijnlijke realiteit”
Dat de wachtlijst voor een sociale woning minder lang is dan vorig jaar, heeft vooral te maken met de update ervan. Toch ziet bevoegd minister Matthias Diependaele (N-VA) de eerste positieve tekenen van zijn beleid, al blijft de oppositie kritisch voor het tekort aan sociale woningen.
Siska Thuysbaert Het Nieuwsblad
176.026 huishoudens staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat zijn er 6.410 minder dan vorig jaar. “De belangrijkste reden daarvoor is de actualisatie van de lijst”, geeft minister van Wonen Matthias Diependaele toe. “Om de twee jaar controleren we of iedereen die op de wachtlijst staat nog steeds op zoek is naar een sociale woning.” Maar volgens de minister is de kentering wel ingezet. “Dit is de grootste daling sinds 2011. Het belangrijkste is dat de stijging in de wachtlijst afvlakt.” Ook voor de toenemende wachttijden voor sociale woningen, 4,1 jaar tegenover 3,9 vorig jaar, heeft Diependaele een verklaring. “Enkel de oudste inschrijfdatum van kandidaten die meermaals ingeschreven zijn werd behouden na de fusies van enkele woonmaatschappijen. Dat geeft een hoger gemiddelde”, legt de minister uit.
“Maar één zwaluw maakt de lente niet”, werpt Gert Eyckmans, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, tegen. “Op lange termijn zien we in de wachtlijst enkel een stijgende lijn. Er zijn nog altijd veel meer wachtenden in vergelijking met de laatste update van de lijst in 2019. Toen lag het aantal op 153.321.”
Rookgordijn
En ook de oppositie is niet opgezet met de uitleg van Diependaele.
“Achter dat rookgordijn schuilt een pijnlijke realiteit”, zegt Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit). Hij klaagt de zware rem (*) aan die Vlaamse regering op de sociale woningbouw heeft gezet. “De realiteit is dat er elk jaar minder sociale woningen opgeleverd worden en minder sociale woonprojecten opgestart worden.”
Volgens Celia Groothedde, Vlaams Parlementslid voor Groen, kraait de minister euforie over “een statistische dode mus”. “De échte cijfers tonen aan dat er geen goed nieuws te rapen valt in het domein van sociaal wonen”, zegt ze. “Onder minister Diependaele zijn de cijfers van dak- en thuisloosheid fors gestegen. Het aantal aanvragen voor dringende woonnood stijgt van 6.000 naar 7.300. Dat is bijna 20 procent meer in één jaar tijd. Dat wil dus zeggen dat 7.300 gezinnen in of op de rand van thuisloosheid zitten.”
Fusies
Diependaele maakt zich sterk dat zijn grootschalige hervorming van de sociale huisvestingssector haar vruchten zal afwerpen. De fusie van 130 sociale woonmaatschappijen naar 41 moet het bouwtempo van sociale woningen optrekken. Bovendien maken ook private bouwontwikkelaars kans op een Vlaamse subsidie als ze een derde van het project voorbehouden voor sociale woningen.
Maar volgens Joy Verstichele, coördinator van het Vlaams Huurdersplatform, blijft het effect van die hervorming voorlopig uit. “Omdat de hele sector zich moest reorganiseren, liepen veel bouwprojecten vertraging op of werden ze uitgesteld wegens onzekerheid. Op dit moment zien we alleen de negatieve gevolgen van de fusie en nog niet het beloofde investeringsniveau.”
“Aangezien het voor zijn kiespubliek niks opbrengt, integendeel, moet het kapot” nvdr
(*) Rem? Eerder een georkestreerde manier om het monument “volkshuisvesting” onderuit te halen. nvdr
Originele paginalink vind u hier
In De Standaard mengt Mallants zich in het debat.
Björn Mallants Algemeen directeur woonmaatschappij Woontrots, schrijft deze bijdrage in eigen naam
Minister Matthias Diependaele (N-VA) gaat in een interview dieper in op zijn sociaal woonbeleid (DS 3 juli). De minister wijst op de gedaalde wachtlijst. De interviewer maakt gelukkig de kanttekening dat die daling grotendeels het gevolg is van de actualisering — de tweejaarlijkse controle van de wachtlijst — die vanwege de coronacrisis een jaartje werd uitgesteld. Diependaele bracht dezelfde boodschap op Radio 1, maar daar kwam hij ermee weg zonder de kritische kanttekening. Hij sprak over een duidelijke afname van de wachtlijst, wat volgens hem wijst op een kentering als gevolg van zijn beleid.
Als we de cijfers erbij nemen, blijkt die jubelstemming toch wat voorbarig. Na een actualisering is een daling van ongeveer twee procent van de wachtlijst te verwachten. Die daling met twee procent zou resulteren in een wachtlijst van ongeveer 178.000 gezinnen en alleenstaanden. Dat verschilt niet zoveel met de 176.000 waarmee de minister nu uitpakt. De oefening gebeurde ook over drie in plaats van over twee jaar.
Kort door de bocht
De wachtlijst blijkt zowat te zijn verdubbeld in tien jaar tijd. Er staan nu meer mensen op die wachtlijst dan er sociale woningen in Vlaanderen zijn. Dat voorstellen alsof de beleidskeuzes een effectief antwoord bieden op de enorme woonbehoefte, is wel erg kort door de bocht. Hier spreekt een minister die de woonbehoefte in Vlaanderen probeert te relativeren. En die vindt dat zijn beleid — gericht op het indammen van misbruik — vruchten afwerpt. Op hetzelfde moment is dat een manier om zijn beleidskeuze — inzetten op betaalbaar wonen voor de ‘lagere middenklasse’ — te verdedigen. Er wordt duidelijk vooruitgang geboekt op het vlak van sociaal wonen, vindt de minister, dus het is perfect verdedigbaar om de middelen te heroriënteren. Denk aan de grote subsidie voor projectontwikkelaars die de minister voorziet voor ‘geconventioneerde huur’.
Lees hier ook
Geld voor sociale woningen alweer niet uitgegeven
De realiteit is anders. Aangezien de wachtlijst groter is dan het volledige aanbod sociale woningen, moet het woonbeleid in de eerste plaats investeren in meer sociale woningen. Met een aandeel van maar vijf procent sociale woningen in de totale woonmarkt, is dat evident. We kunnen ons absoluut geen debat permitteren over de focus van het woonbeleid, zoals in Nederland, waar de minister graag naar verwijst. Nederland heeft een sociaal woonaandeel van meer dan dertig procent.
De waarheid doet er niet toe
Een gelijkaardige boodschap werd afgelopen weekend de wereld ingestuurd door de Antwerpse schepen van Wonen Els Van Doesburg (N-VA), die ook voorzitter is van een woonmaatschappij. In een interview met Gazet Van Antwerpen relativeert ook zij de wachtlijst, en geeft aan haar woonbeleid te willen richten op de ‘lagere middenklasse’.
De wachtlijst is eigenlijk niet zo groot, want de lijsten van de verschillende maatschappijen in Antwerpen werden samengeteld, zo lezen we in het interview. De enorme nood in Antwerpen — 40.000 kandidaten voor een sociale woning — valt dus wel mee, want veel kandidaten stonden op verschillende wachtlijsten.
Dat klopt natuurlijk niet. Uit de wachtlijsten die Vlaanderen publiceert worden dubbeltellingen weggefilterd. Dat weet een voorzitter van een woonmaatschappij waarschijnlijk wel, maar de waarheid doet er blijkbaar niet altijd toe.
Van Doesburg wil dus focussen op de ‘lagere middenklasse’. Ze stelt zelfs voor om bij de toekenning van sociale woningen voorrang te geven aan werkenden. Een voorrang die de facto een voorwaarde wordt door de schaarste.
Het voorstel gaat voorbij aan het feit dat veel sociale huurders wel degelijk werken. De groep werkenden is, volgens onderzoek gevoerd op vraag van de Vlaamse regering, twee keer zo groot als de groep werklozen. Het gaat natuurlijk zelden om de voor de Vlaamse middenklasse herkenbare verpleegster, onderwijzer of politieagent, maar eerder om de kassierster, pakjesbezorger of poetshulp. Mensen die werken in slecht betaalde, onzekere jobs op afroep.
Het voorstel om voorrang te geven aan mensen die werken, strookt ook niet met de visie van Diependaele op het Vlaamse sociale woonbeleid: alsmaar meer drempels opwerpen, wat volgens de minister dus tot een kentering leidt. Wie een beetje spaargeld heeft, een te hoog inkomen, of een deeltje van een geërfde woning, ziet de mogelijkheid om een sociale woning te huren aan zijn neus voorbij gaan. Net de mensen met de aangehaalde jobs zullen vaak in die situatie terechtkomen.
Recepten uit het verleden
Het gaat dus best goed met het sociale woonbeleid, zo geven beide beleidsverantwoordelijken aan. De wachtlijst is niet al te lang, er is een duidelijke afname, een kentering merkbaar.
Het beleid om drempels op te werpen werkt. Tijd dus om de schaarse middelen in te zetten voor de ‘lagere middenklasse’, waarin de Vlaming zich herkent, en die ook wel eens ondersteund mag worden op het vlak van huisvesting.
Dat zijn recepten uit het verleden, die nooit hebben gewerkt. Zonder solide sociale woonmarkt, die minstens probeert om een wachtlijst groter dan het hele patrimonium weg te werken, zet het allemaal geen zoden aan de dijk. Laten we hopen dat er een echte kentering komt, maar dan op het Vlaamse en het lokale beleidsniveau. En dat men problemen niet minimaliseert, maar aanpakt.
Sociaal wonen is hier niet het probleem, maar de oplossing. En het is gebaat bij een beleid gebaseerd op de realiteit
Minister Diependaele gedraagt zich als een strenge sheriff die zijn eigen draagvlak onderuit schopt.
Al een decennium lang saboteert N-VA het sociaal woonbeleid. Dat is de enige mogelijke conclusie die ik kan maken na bijna vier jaar wekelijks het beleid in vraag te stellen en alternatieven te suggereren. Het resultaat van de passage van Liesbeth Homans en Matthias Diependaele? Of het nu huren of kopen is, wonen was nog nooit zo duur. Wie van thuis niks meekrijgt, en rekent op de overheid voor een duwtje in de rug, komt bedrogen uit.
De enige ‘oplossingen’ zijn afgestemd op enkelen, nooit op de 180.000 gezinnen die al jaren noodgedwongen wachten op een overheid die haar plicht niet doet. De oplossing ligt nochtans voor de hand: bouw meer en sneller sociale woningen. Dat is goed voor iederéén. Alle deelmarkten (koop, private huur en sociale huur) zijn immers met elkaar verbonden, het is het totale aanbod dat de betaalbaarheid mogelijk maakt. Een pand kan immers zowel gekocht worden door een gezin, private verhuurder of de overheid. Geloof het of niet, de afgelopen jaren kwamen er méér woningen bij dan gezinnen. En tóch daalt de betaalbaarheid. Conclusie: er wordt gebouwd voor de verkeerde groepen in onze samenleving, met alle gevolgen van dien.
CYNISCHE N-VA-MINISTERS
De rol van de N-VA-ministers is zeer cynisch. Lippendienst bewijzen aan betaalbaar wonen, maar beleidskeuzes maken die dat net tegenwerken. Het is alsof je enthousiast verkondigt dat je een marathon in een recordtijd zal afleggen, om vervolgens met een shotgun je voeten overhoop te schieten. Slechts één conclusie is mogelijk: de Vlaamse Regering saboteert haar eigen woonbeleid. En in tegenstelling tot andere (gewezen) Vlaamse ministers gaat het niet enkel om onkunde, maar vooral ook om onwil. Geen amateurisme, maar sabotage.
Daar is de verplichte fusie van sociale woonmaatschappijen, nét wanneer de wachtlijst historisch lang was, een mooi voorbeeld van. Het heeft geleid tot het lamleggen van het bouwtempo van de sociale woningbouw. Wraakroepend om dan een minister te zien beweren dat ‘men’ niet genoeg woningen bouwt. Daarnaast is hij niet streng genoeg voor gemeenten die hun deel niet doen; met als gevolg dat meer dan een miljard (!) budget niet uitgegeven wordt. Met het overschot van 2022 konden maar liefst 3.320 woningen gegund zijn.
Met het overschot van 2022 konden maar liefst 3.320 woningen gegund zijn.
Bijna de helft (135 op 300) van de gemeenten doet niet wat ze moet doen. Maar gemeenten tot hun verantwoordelijkheid roepen? Niets van. Liever gemeenten die wél het nodige doen, blokkeren door hen een plafond op te leggen. Gemeenten die 15% sociale woningen op hun grondgebied hebben, mogen volgens hem geen beroep meer doen op voordelige leningen vanuit Vlaanderen om te bouwen ondanks het budget voorhanden én de lange wachtlijst. Begrijpen wie begrijpen kan. Gelukkig zette een uitspraak van het Grondwettelijk Hof dit ondertussen recht.
Wie toch het budget vindt om sociaal te lenen, krijgt ook het deksel op de neus. Diependaele haalde namelijk de sociale woonlening weg bij de verschillende woningmaatschappijen die lokaal en op maat konden werken, en bracht het onder bij het Vlaams Woningfonds. Resultaat: een sociale woonlening werd niet alleen moeilijker gemaakt, maar ook de dienstverlening werd afgebouwd. Onder minister Homans werden de subsidies voor sociale koopwoningen afgeschaft, het maakt de bouw en verkoop van sociale koopwoningen moeilijker haalbaar voor sociale huisvestingsmaatschappijen. Hoewel verhaal na verhaal naar boven komt (zowel van particulieren als van de Vlaams ombudsman), weigert de meerderheid (N-VA, Open VLD en CD&V) steevast hoorzittingen. Alles om het eigen falen te blijven verhullen.
SHERIFF DIEPENDAELE
Diependaele gedraagt zich gewoon als een strenge sheriff die zijn eigen draagvlak onderuit schopt.
De steeds stijgende vraag is natuurlijk erg storend voor een minister die de aanbodstoename tegenwerkt. Voor de politieke perceptie komt het hen goed uit om die wachtlijst artificieel te ‘verkleinen’. N-VA’ers komen graag streng uit de hoek als het op Wonen aankomt. Voor mededogen is er weinig ruimte. Voor stigmatisering des te meer. Denk aan verplichte VDAB-inschrijving, de verhoging van het taalkennisniveau, controle op de bankrekening, controle op buitenlandse eigendom, strengere boetes op onderbezetting. Ze ondergraven rechtstreeks de solidariteit én het draagvlak voor sociale woningbouw.
Gemeenten die niets of te weinig doen, krijgen keer op keer een nieuwe kans. Iets wat voor sociale huurders niét geldt. Dit is gewoonweg laf.
Fraude is fraude, maar Diependaele doet wel erg graag aan cherry-picking. Niet iedere inwoner wordt even streng geviseerd. Zo horen we N-VA zelden over misbruik met verhoogde tegemoetkomingen of studiebeurzen voor wie een fictief laag inkomen heeft. Wat écht tegen de borst stoot, is de onverschilligheid van minister Diependaele richting gemeenten die verzaken aan hun plicht. Wie niets doet of te weinig, krijgt keer op keer een nieuwe kans. Iets wat voor sociale huurders niét geldt. Dit is gewoonweg laf. Het is de taak van iedereen die bevoegd is voor Wonen, om te strijden voor méér sociale woningen. Dat is geen gemakkelijke opdracht, maar met zo’n essentieel beleid speel je geen spelletjes. Steeds meer komen de lasten op de schouders te liggen van gemeenten die hun nek uitsteken. Enkel solidariteit en verdeling van de uitdagingen kunnen een uitweg bieden uit deze wooncrisis. Beleid voeren dat daar tegenin gaat, stigmatiseren van wie de overheid nodig heeft en het continu doorschuiven van de verantwoordelijkheid die de Vlaamse Regering heeft, daar is maar één begrip voor: schuldig verzuim.
EEN SOCIAAL HERSTELBELEID
De Vlaamse Regering heeft gefaald. Haar enige optie? Een sociaal herstelbeleid. Na jaren tijdverlies moet de sociale woningbouw uit het verdomhoekje worden gehaald. Zonder een versnelling zal de betaalbaarheid van wonen nooit verbeteren. Want hoe je het ook draait of keert, meer sociale woningen zijn goed voor iedereen. Wie jaren op de wachtlijst staat, moet weg uit de veel te dure, energieverslindende privéhuurwoningen. Dat moet een belangrijke inzet worden voor de verkiezingen in 2024. Na de afbraak moet de heropbouw volgen, een nieuwe periode met een overheid die investeert en het verschil maakt zodat iedereen vooruit kan. En wie kan beter heropbouwen dan socialisten?
Na de afbraak moet in 2024 de heropbouw volgen, een nieuwe periode met een overheid die investeert.
Tot slot wil ik nog herinneren aan het recentste noodprogramma sociale woningbouw in Vlaanderen. Het was het Domus Flandria-project van Norbert De Batselier. Dat beleid had zijn kinderziekten, maar vooral de timing ervan is opvallend. Het noodprogramma werd opgestart begin de jaren 1990… kort na de eerste zwarte zondag van 1991. Het hoeft niet gezegd welke ideologische stroming en welke partij het meest baat heeft bij een verder slabakkende sociale woningbouw.
Link naar Sampol