Oproep van het gezamenlijk vakbondsfront

Supernota De Wever is frontale aanval tegen onderwijspensioenen

30.000 +

13 Januari: Betoging: Raak niet aan onze pensioenen!

Kom en sluit je aan bij de betoging op 13 januari op het Albertinaplein!

We spreken af om 10.00u op het Albertinaplein in Brussel. Wanneer we daar verzameld zijn, marcheren we naar het Poelaertplein waar de vakbonden in verenigd front wervende speeches zullen geven met een weerwoord op de asociale pensioensbesparingen die de formateur plant.

‘Neen aan het morrelen aan de gelijkgestelde periodes!’

‘Neen aan het herberekenen van de arbeidstijd!’

‘Ja voor sociale, solidaire, en leefbare pensioenen!’

Het gezamenlijk vakbondsfront voert komende maandag actie tegen de mogelijke pensioenhervormingsplannen van de toekomstige federale regering.

In het bijzonder in het onderwijs lijkt de actiebereidheid bijzonder groot. Dat zegt ook Marianne Coopman, algemeen-secretaris van de onderwijsvakbond COV. “De ongerustheid over de pensioenen is algemeen, maar zeker in het onderwijs is de boosheid zeer wijd verspreid.” Dat is geen toeval, want de richting die de gelekte supernota van Bart De Wever uitgaat is bijzonder nadelig voor het onderwijspersoneel.

De voorstellen

Vooreerst gebeurt de berekening van de pensioenen op een andere manier, en die is financieel bijzonder nadelig. Door die nieuwe berekening zal een leraar in de toekomst tussen 200 en 900 euro per maand minder krijgen. Je leest het goed: 200 tot 900 euro per maand. Als een leerkracht nog twintig jaar leeft, zal hij of zij daardoor tussen de 50.000 en 200.000 euro minder pensioen krijgen.

Door die andere berekening zal het onderwijspersoneel ook 4,5 jaar langer moeten werken om een volledig pensioen te ontvangen.

Daarnaast wil men de gelijkgestelde periodes, zoals die bij ziekte, zwangerschappen of zorgtaken voor kinderen en ouders, beperken. Daardoor zullen ook brugpensioen, langdurige werkloosheid en landingsbanen niet meer meegeteld worden voor de opbouw van pensioenrechten.

Deze beperking zal vooral vrouwen of alleenstaanden treffen, die de combinatie van werk, gezin en zorg op zich nemen. Voor deze groepen, die vaak afhankelijk zijn van deze gelijkgestelde periodes om hun pensioen op te bouwen, zal het resulteren in significante pensioenverlagingen.

Ook de huidige groep gepensioneerden blijft niet gespaard, aangezien de regelgeving omtrent de perequatie – een mechanisme dat ambtenarenpensioenen welvaartsvast maakt – ook wordt aangepast. Dit betekent dat die pensioenen in de toekomst minder in waarde zullen stijgen, waardoor ze financieel kwetsbaarder worden.

Pensioen en job aantrekkelijkheid

Een veelvoorkomende misvatting is dat onderwijspensioenen hoog zijn. Hoewel een kleine groep mogelijk beter af is, geldt dit niet voor de meerderheid. Veel gepensioneerde leerkrachten houden amper genoeg over om zorgkosten te dekken.

In de privésector zijn de wettelijke pensioenen inderdaad lager, maar zij worden vaak aangevuld met groepsverzekeringen, waardoor het feitelijk pensioenbedrag ongeveer hetzelfde is.

Het onderwijspensioen moet je bovendien zien als een sociaal contract. Het is een ‘uitgesteld’ loon waarvoor werknemers een deel van hun inkomen opzijzetten tijdens hun loopbaan, in ruil voor een waardig pensioen. Het lager loon in vergelijking met de privésector wordt dan (later) gecompenseerd met een hoger wettelijk pensioen.

De huidige geplande verlagingen zijn dan ook een vorm van diefstal op dat (opgebouwd) uitgesteld loon. Daarom zijn ze onrechtvaardig. Maar daarnaast zijn ze ook schadelijk voor de toekomst van het onderwijs, omdat ze de job in het onderwijs minder aantrekkelijk maken.

In het onderwijs zijn de lonen, bij gelijk diploma, een stuk lager dan in de privé sector. Ook op voordelen zoals een bedrijfswagen, aanvullend pensioen, hospitalisatieverzekering en smartphone moeten leerkrachten niet rekenen. Dat werd tot voor kort gedeeltelijk gecompenseerd door een goede pensioenregeling.

Als men dat ongedaan maakt valt een van de belangrijkste ‘voordelen’ van het onderwijs weg en dat heeft serieuze gevolgen voor aantrekkelijkheid van de job.

De sector kampt nu al met een acuut lerarentekort, met alle gevolgen van dien. Voor een aantal vakken vindt men geen interims meer, leerlingen zitten urenlang in de studiezaal of worden naar huis gestuurd, examens worden afgeschaft omdat er geen les over werd gegeven, enzovoort. Voor de kwaliteit van het onderwijs is dat nefast.

Acties?

Het onderwijs speelt een cruciale rol in de maatschappij. Onze leerlingen zijn het menselijk kapitaal van de volgende generatie. Wie daar niet in investeert legt een zware hypotheek op de toekomst. Daarom is het belangrijk dat onderwijs een rechtvaardige behandeling krijgt in het pensioendebat.

De vakbonden trekken aan de alarmbel. Hun oproep is duidelijk: stop met bezuinigen op de rug van onderwijspersoneel en zoek rechtvaardige oplossingen om de lasten eerlijk te verdelen.

Alvast ACOD Onderwijs overweegt acties en mobiliseert haar leden om zich uit te spreken tegen deze ingrijpende veranderingen. Het zou wel eens een warme winter kunnen worden.

Opiniestuk  – .  Verschenen De Wereld Morgen 09.01.2025
De politieke klasse, die momenteel aan de onderhandelingstafel zit was er als de kippen bij om de actie 'voorbarig' te noemen, (°) omdat er nog niks beslist is. Alsof we kippen zijn die met de poten omhoog hangen aan de slachtlijn en maar pas 'mogen' kakelen als de kop eraf is.
De Troyer Johan
woonactivist

Notendop

De onderhandelaars lijken vastberaden om vooral de openbare sector te treffen. Onder het mom van “uitgaven temperen” wordt in werkelijkheid bezuinigd, met ingrijpende gevolgen:

  • Afschaffing van voordelige pensioenbreuken voor zware beroepen.
  • Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd door de afschaffing/het uitdoven van preferentiële regelingen (militairen en spoorwegpersoneel)
  • Verlenging van de referentieperiode voor pensioenberekening: van 10 jaar, naar 20 jaar, en uiteindelijk de volledige loopbaan (tegen 2050).
  • Einde van het ziektepensioen en zelfs van de nog in te voeren TAVA voor statutaire werknemers.
  • Beperking of uitsluiting van bepaalde verloven voor pensioenberekening.
  • Afschaffing van de perequatie (de automatische koppeling van pensioenen aan de stijging van lonen).