Woordvoerder Woonzaak 11:30u Knack
‘Elke vijf jaar krijgt België de kans om te heroverwegen welke artikels uit het Europees Sociaal Handvest ze onderschrijft. Dat handvest is zowat de sociale grondwet van Europa. Elke lidstaat kan kiezen welke artikelen ze onderschrijft’, schrijft Hugo Beersmans van Woonzaak vzw. ‘België onderschreef ze bijna allemaal, maar artikel 31 – “Een ieder heeft recht op huisvesting” – werd schromelijk, maar niet toevallig, over het hoofd gezien.’
Officieel is het de Belgische staat die de artikelen moet ratificeren, maar in de praktijk zijn het de verantwoordelijke overheden die hun fiat moeten geven. En aangezien het de gewesten zijn die uitvoering moeten geven aan het recht op wonen, is het aan hen om aan te geven of ze artikel 31 al dan niet willen onderschrijven.
Bij de totstandkoming van het hernieuwde Europees Sociaal Handvest in 2002 formuleerde België een voorbehoud bij dit artikel op basis van een wel erg vreemde motivering, namelijk dat het niet zeker was dat dat recht hier al gerealiseerd was. Bijzonder eigenaardig, want de engagementen die in het Handvest worden aangegaan betekenen uiteindelijk louter dat men erover zal waken dat men permanent vooruitgang boekt, in overeenstemming met de welstand van het land of de regio in kwestie.
Nochtans verbond Vlaanderen zich daar al vijf jaar eerder toe in de Vlaamse Wooncode: “Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd.”
In 2009, 2014 en 2019 kreeg België herkansingen om het recht op wonen internationaal te onderschrijven. Maar ook toen vonden ze dat niet belangrijk genoeg. Het Europees Comité voor Sociale Rechten bleek net als Woonzaak verbaasd te zijn door deze keuze. Des te meer omdat het ondertussen, meer dan 30 jaar na de grondwetswijziging, meer dan 25 jaar na de Vlaamse Wooncode, meer dan 20 jaar na de ratificering van het Handvest zelf, en in een welvarende regio als Vlaanderen, toch wel hoog tijd wordt om het recht op wonen eindelijk in internationaal verband te onderschrijven.
Terwijl het Brusselse gewest bij de laatste bevraging aangaf positief te staan tegenover een onderschrijving en het Waalse gewest geen standpunt innam omwille van een hangende bevoegdheidswisseling met de Franstalige en Duitstalige gemeenschap, argumenteerde Vlaanderen dat ze dat niet wilde omdat er – hou je vast- geen verwijzing naar overeenkomstige plichten is. Alsof je kan verwachten dat dergelijke verdragen ook verplichtingen aan burgers kunnen opleggen.
Neen, dat was louter een rookgordijn omdat de Vlaamse regering bijzonder goed wist en weet dat ze net knaagt aan het recht op wonen eerder dan dat ze het versterkt. Via een omweg vond een brede coalitie van meer dan 60 organisaties onder de noemer Woonzaak toch de moed om klacht neer te leggen over het falend woonbeleid bij het Europees Comité voor Sociale Rechten. Woonzaak legde in die klacht uit dat er amper sociale huurwoningen bijkomen, dat er steeds meer voorwaardelijkheid in de sociale huur wordt ingebouwd en dat de oververhitte private huurmarkt blauw blauw wordt gelaten. Onder het motto ‘iedereen eigenaar’ worden die mensen vergeten die enkel een krot kunnen kopen of die geen eigenaar kunnen worden. Laat staan dat er een antwoord is op de klimaat- en energietransitie die voor de deur staat.
Het moet dus anders. Ons inschrijven in het internationaal recht op wonen kan ertoe bijdragen om een rechtvaardiger woonbeleid te voeren en een halt toe te roepen aan de structurele wooncrisis. Vlaanderen krijgt op dit moment een nieuwe kans om artikel 31 van het Europees Sociaal Handvest te onderschrijven. Stap voor stap werken aan de realisatie van een thuis voor iedereen. Daar kan toch niemand tegen zijn?